Trialdata van SGLT2-remmers niet goed generaliseerbaar naar eerstelijnspopulatie
26 februari 2020 - Redactieraad
Het percentage patiënten met type 2 diabetes mellitus (T2DM) in de huisartsenpraktijk dat voldoet aan de inclusiecriteria van de cardiovasculaire uitkomsttrials (CVOT’s) naar de SGLT2-remmers, blijkt te variëren. Hoe strenger de inclusiecriteria, hoe lager dit percentage. Slechts een klein deel van degenen die wél voldoen aan de inclusiecriteria, krijgen deze geneesmiddelen.
In de CVOT’s naar enkele SGLT2-remmers en GLP-1-receptoragonisten trad het primaire samengestelde eindpunt van cardiovasculaire mortaliteit en niet-fatale hartinfarcten en beroertes significant minder vaak op dan in de placebogroep.
Trials versus real-life
Omdat slechts een klein deel van de eerstelijnspopulatie voldoet aan de inclusiecriteria van de CVOT’s naar de SGLT2-remmers, is het lastig om de uitkomsten te generaliseren. Het percentage patiënten dat voldoet aan de inclusiecriteria, blijkt aanzienlijk te variëren tussen deze CVOT’s. Een nadere analyse van andere real-life klinische gegevens is essentieel om te bepalen wat de invloed is van de verschillende inclusiecriteria op de generaliseerbaarheid van de trialuitkomsten.
In deze cross-sectionele analyse uit het Verenigd Koninkrijk voldeden van de 84.394 geanalyseerde eerstelijnspatiënten de volgende percentages aan de inclusiecriteria voor de CVOT’s: DECLARE 27%, CANVAS 17%, VERTIS 7% en EMPA-REG 7%. De patiënten in de huisartsenpraktijk die aan de inclusiecriteria voldeden, waren 5-8 jaar ouder dan de trialcohorten.
Weinig voorschriften
Van de patiënten die aan de inclusiecriteria voldeden, kreeg < 10% een SGLT2-remmer voorgeschreven. Een groter deel was man en had een blanke etniciteit.
Hinton W, Feher M, Munro N, et al. Sodium-glucose co-transporter-2 inhibitor cardiovascular outcome trials and generalizability to English primary care. Diabet Med. 2020. Mar 3.
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/?term=32128875
Auteur: Drs. Daniël Dresden, medisch journalist