Matige lichaamsbeweging mogelijk veilig voor patiënten met statinegerelateerde spierpijn
23 mei 2023 - Redactieraad
In een kortetermijnstudie door onderzoekers uit het Radboudumc werd geen effect van statinetherapie op zelfgerapporteerde spierblessures of -symptomen na matige inspanning waargenomen, ongeacht of patiënten symptomatisch waren op baseline.
Achtergrond en studie-opzet
De mechanismen die ten grondslag liggen aan statine-geassocieerde spierklachten zijn onduidelijk. Oefening, vooral intensieve training, verhoogt de energiebehoefte en kan spiervermoeidheid en spierschade veroorzaken als de energieproductie in het gedrang komt. Dit mechanisme wordt ondersteund door de observatie dat mitochondriale disfunctie meer uitgesproken is bij patiënten met statine-geassocieerde spiersymptomen.
In deze studie werd het effect bepaald van langdurige matige intensiteitstraining op markers van spierletsel bij statinegebruikers met en zonder statine-geassocieerde spiersymptomen. Ook werd het verband tussen leukocyten CoQ10-niveaus en spiermarkers, spierprestaties en gerapporteerde spiersymptomen onderzocht.
Symptomatische (n = 35; leeftijd 62 ± 7 jaar) en asymptomatische statinegebruikers (n = 34; leeftijd 66 ± 7 jaar) en controlepersonen (n = 31; leeftijd 66 ± 5 jaar) liepen 30, 40 of 50 km/ d gedurende 4 opeenvolgende dagen tijdens de Vierdaagse. Markers van spierletsel (lactaatdehydrogenase, creatinekinase, myoglobine, cardiaal troponine I en N-terminaal pro-brain natriuretisch peptide), spierprestaties en gemelde spiersymptomen werden beoordeeld op baseline en na inspanning. Leukocyte CoQ10 werd gemeten op baseline.
Resultaten
Alle markers van spierletsel waren vergelijkbaar tussen de twee groepen bij aanvang (P > 0,05). Alle markers van spierletsel namen toe na inspanning (P < .001), zonder significante verschillen in de mate van toename tussen groepen (P > .05). Gerapporteerde spiersymptomen waren hoger bij degenen met statine-geassocieerde spiersymptomen in vergelijking met asymptomatische en niet-gebruikende deelnemers (P < .001), maar de spiersymptomen namen voor alle groepen op vergelijkbare wijze toe wanneer gemeten na inspanning (P < .001). Bovendien nam de spierontspanningstijd na inspanning meer toe bij deelnemers met statine-geassocieerde spiersymptomen in vergelijking met controles (P = .035).
Bovendien verschilden de leukocyten-CoQ10-waarden niet tussen symptomatische (2,3 nmol/E), asymptomatische (2,1 nmol/E) en controlegroepdeelnemers (2,1 nmol/E; P = 0,2) en waren ze niet geassocieerd met markers van spierletsel, vermoeidheidsweerstand of gerapporteerde spiersymptomen.
Combineren van statinetherapie met lichaamsbeweging
Deze studie toont aan dat gewoonlijk actieve statinegebruikers langdurige matige intensiteitsoefeningen kunnen doen zonder skeletspierletsel te verergeren. Veel patiënten die statine-geassocieerde spiersymptomen ontwikkelen, kunnen een matig intensief wandelprogramma volgen zonder zich zorgen te maken over verslechterde spierbiomarkers of prestaties.
Bron: Allard NAE, et al. J Am Coll Cardiol. 2023;doi:10.1016/j.jacc.2023.01.043. https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/37019582/